Bellen via een spraaklabel
Opmerking: het gebruik van spraaklabels kan
moeilijk zijn in een drukke omgeving of tijdens een
noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden
dat u uitsluitend afhankelijk bent van spraaklabels.
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de
luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte
afstand als u het spraaklabel inspreekt.
1
Houd de opnametoets ingedrukt om spraakgestuurd
bellen te starten. Als u een compatibele hoofdtelefoon
gebruikt met de toets voor de hoofdtelefoon, houdt u
de toets voor de hoofdtelefoon ingedrukt als u
spraakgestuurd bellen wilt starten.
2
U hoort een korte toon en de tekst
Spreek nu
wordt
weergegeven. Spreek duidelijk de naam of bijnaam uit
van de persoon zoals deze op het visitekaartje is
opgeslagen.
3
Het apparaat speelt een samengesteld spraaklabel af
voor de herkende contactpersoon in de geselecteerde
apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer.
Na een time-out van 1,5 seconde wordt het nummer
gekozen.
Als de herkende contactpersoon niet correct is,
selecteert u
Volgende
als u een lijst met andere
overeenkomsten wilt bekijken of
Stoppen
als u
bellen met spraaklabels wilt annuleren.
Als onder één naam meerdere nummers zijn opgeslagen,
wordt het standaardnummer geselecteerd als dit is
ingesteld. Anders wordt het eerste beschikbare nummer
uit de volgende nummers geselecteerd:
Mobiel
,
Mobiel
(thuis)
,
Mobiel (werk)
,
Telefoon
,
Telefoon (thuis)
en
Tel. (werk)
.