Nokia N90 - Foto’s nemen in de modus Beeldbewerking

background image

Foto's nemen in de modus
Beeldbewerking

Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen
voordat u een foto neemt, drukt u op de joystick en
selecteert u

Flits

,

Witbalans

,

Belichtingswaarde

of

Kleurtoon

. Zie ‘Instellingen: kleur en belichting aanpassen’

op pag. 49.

Als u een scène wilt selecteren, drukt u op de joystick
en selecteert u

Modus

. Zie ‘Scènes’ op pag. 50.

Het apparaat heeft ook een verdraaibare camera, zodat
u in verschillende situaties eenvoudig foto's kunt nemen.
U kunt de camera rechtsom en linksom draaien. Zie ‘Modus
Camera’ op pag. 14.

U hebt de volgende opties voor het nemen

van foto’s:

Videomodus

,

Ga naar Galerij

,

Afbeeldingsinstell.

,

Reeksmodus

/

Normale modus

,

Zelfontsp. activeren

,

Instellingen

en

Help

.

background image

Camera en Galerij

47

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Druk de opnametoets half in om de focus op een
onderwerp vast te zetten. U ziet het groene symbool
voor de vergrendelde focus op het display. Als de
focusvergrendeling niet lukt, brandt het rode
focussymbool. Laat de opnametoets los en druk deze
nogmaals half in. U kunt ook foto's nemen zonder de
focus te vergrendelen.

Druk op de opnametoets om een foto te maken.
Houd het apparaat stil totdat de foto wordt opgeslagen.
De afbeelding wordt automatisch opgeslagen in de map

Afbeeldingen en video

van

Galerij

. Zie ‘Galerij’ op pag. 62.

Tip! U kunt ook eenvoudig foto's nemen in de

modus Camera. Zie ‘Foto's nemen in de modus Camera’
op pag. 52.

Symbolen voor de camera in de modus Beeldbewerking:

• De symbolen voor het telefoongeheugen (

) en de

geheugenkaart (

) geven aan waar afbeeldingen

worden opgeslagen (1).

• Het afbeeldingssymbool (2) geeft aan hoeveel

afbeeldingen, afhankelijk van de geselecteerde
beeldkwaliteit, er in het resterende geheugen
van het apparaat of op de geheugenkaart passen.

• Het scènesymbool (3) geeft de huidige scène aan.

Zie ‘Scènes’ op pag. 50.

• Het flitssymbool (4)

geeft aan of de flits
is ingesteld op

Automatisch

(

),

Rode ogen

(

),

Geforceerd

(

)

of

Uit

(

).

• Het groene

focussymbool (5)
verschijnt wanneer
de focus in de zoeker is vergrendeld (niet zichtbaar
in de reeksmodus).

• Het zelfontspannersymbool (6) geeft aan dat de

zelfontspanner is geactiveerd. Zie ‘Zelf op de foto -
Zelfontspanner’ op pag. 49.

• Het reeksmodussymbool (7) geeft aan dat de

reeksmodus actief is. Zie ‘Foto's nemen in een reeks’
op pag. 48.

• Het resolutiesymbool (8) geeft aan welke

beeldkwaliteit er is geselecteerd. Zie ‘Instellingen van
fotocamera aanpassen’ op pag. 51

Sneltoetsen:

• Druk de bladertoets omhoog of omlaag om in of uit te

zoomen. Het zoomsymbool aan de zijkant geeft de
zoomfactor aan.

background image

Camera en Galerij

48

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

• Druk op de bladertoets om de instellingen van

Afbeeldingsinstell.

weer te geven. Zie ‘Instellingen:

kleur en belichting aanpassen’ op pag. 49.

• Druk op de bladertoets naar links of rechts om de

flitsmodus te wijzigen.

Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer
duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of
kleur hebt gewijzigd.

Houd rekening met het volgende wanneer u een foto
neemt:

• Het is raadzaam beide handen te gebruiken, zodat de

camera niet beweegt.

• Gebruik de juiste scène voor elke omgeving als u foto-

of video-opnamen maakt in een wisselende omgeving.
Zie ‘Scènes’ op pag. 50.

• Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt

wijzigen voordat u een foto neemt, drukt u op de
joystick of selecteert u

Opties

>

Afbeeldingsinstell.

>

Modus

,

Flits

,

Witbalans

,

Belichtingswaarde

of

Kleurtoon

. Zie ‘Instellingen: kleur en belichting

aanpassen’ op pag. 49.

• De kwaliteit van een ingezoomde foto is lager

dan die van een niet-ingezoomde foto.

• Als u een tijdje niet op een toets drukt, wordt

de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op de
opnametoets om verder te gaan met het maken
van foto's.

Houd rekening met het volgende wanneer u een foto hebt
gemaakt:

• Als u de foto niet wilt behouden, selecteert u

Opties

>

Verwijderen

.

• Druk de opnametoets half in om terug te gaan naar

de zoeker en een nieuwe foto te maken.

• Als u de afbeelding wilt verzenden

Via multimedia

,

Via

e-mail

of

Via Bluetooth

, selecteert u

Opties

>

Zenden

.

Zie ‘Berichten’ op pag. 72 en ‘Bluetooth-verbinding’ op
pag. 111 voor meer informatie. Deze optie is niet
beschikbaar tijdens een actief gesprek.

• Als u tijdens een actief gesprek een afbeelding wilt

verzenden, selecteert u

Opties

>

Verz. naar beller

.

• Als u de foto wilt bewerken, selecteert u

Opties

>

Bewerken

. Zie ‘Afbeeldingen bewerken’ op pag. 53.

• Als u de foto wilt afdrukken, selecteert u

Opties

>

Afdrukken

. Zie ‘Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 65.