Telefoon en SIM
PIN-code vragen
- Als deze optie actief is, moet u bij
inschakeling van de telefoon altijd eerst de PIN-code
opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij sommige SIM-
kaarten niet kunt uitschakelen. Zie ‘Uitleg van PIN- en
blokkeringscodes’ op pag. 126.
PIN-code
,
PIN2-code
en
Blokkeringscode
- U kunt de
blokkeringscode, de PIN-code en de PIN2-code wijzigen.
Deze codes kunnen alleen bestaan uit cijfers van 0 t/m 9.
Zie ‘Uitleg van PIN- en blokkeringscodes’ op pag. 126.
Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken
van de alarmnummers, om te voorkomen dat u per
ongeluk het alarmnummer kiest.
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van
deze codes bent vergeten.
Periode autom. blok.
- U kunt een time-out instellen
waarna de telefoon automatisch wordt vergrendeld. Met
de juiste blokkeringscode kunt u de telefoon
ontgrendelen. Geef het aantal minuten voor de time-out
op of selecteer
Geen
als u de automatische blokkering wilt
uitzetten.
Voer de blokkeringscode in om de telefoon te
ontgrendelen.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u soms nog wel
het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Tip! U kunt de telefoon handmatig vergrendelen door
op
te drukken. Er wordt een lijst met opdrachten
weergegeven. Selecteer
Blokkeer telefoon
.
Blok. als SIM gewijz.
- U kunt instellen dat om de
blokkeringscode wordt gevraagd als er een onbekende
SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst. Op de telefoon
wordt een lijst van SIM-kaarten bijgehouden die worden
herkend als kaarten van de eigenaar.
CUG
(
) - Hiermee kunt u een groep mensen opgeven
die u kunt bellen of die u kunnen bellen.
Wanneer de oproepen beperkt zijn tot specifieke
gebruikersgroepen, kunt u mogelijk nog wel het
geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
SIM-diensten bevest.
(
) - Hiermee kunt u een
bevestigingsbericht laten weergeven wanneer u een
SIM-kaartdienst gebruikt.
Uitleg van PIN- en blokkeringscodes
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van
deze codes bent vergeten.
Instrumenten
127
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
PIN-code (Personal Identification Number) - Deze code
beschermt de SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik.
De PIN-code (vier tot acht cijfers) wordt gewoonlijk bij
de SIM-kaart geleverd. Als u de PIN-code driemaal achter
elkaar foutief invoert, wordt de code geblokkeerd. U kunt
de SIM-kaart dan pas weer gebruiken nadat de blokkering
is opgeheven. Zie de informatie over de PUK-code in deze
sectie.
UPIN-code - Deze code wordt mogelijk geleverd bij de
USIM-kaart. De USIM-kaart is een uitgebreide versie van
de SIM-kaart en wordt ondersteund door mobiele UMTS-
telefoons. Met de UPIN-code wordt de USIM-kaart
beveiligd tegen ongeoorloofd gebruik.
PIN2-code - Deze code (vier tot acht cijfers) wordt bij
sommige SIM-kaarten geleverd en verschaft u toegang
tot bepaalde functies op de telefoon.
Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode genoemd) -
Deze code (vijf cijfers) kan worden gebruikt om de telefoon
te vergrendelen ter voorkoming van ongeoorloofd gebruik.
De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345.
Voorkom ongeoorloofd gebruik van de telefoon door de
blokkeringscode te wijzigen. Houd de nieuwe code geheim
en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij de telefoon).
PUK-code (Personal Unblocking Key) en PUK2-code - Deze
codes (acht cijfers) zijn vereist om een geblokkeerde PIN-
of PIN2-code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-
kaart zijn geleverd, neemt u contact op met de
netwerkoperator van uw SIM-kaart.
UPUK-code - Deze code (acht cijfers) is vereist voor het
wijzigen van een geblokkeerde UPIN-code. Als deze codes
niet bij de SIM-kaart is geleverd, neemt u contact op met
de netwerkoperator van uw USIM-kaart.