
Spraakopdrachten
U kunt de telefoon besturen met behulp van
spraakopdrachten. Zie ‘Spraakgestuurd bellen’ op
pag. 30 voor meer informatie over de uitgebreide
spraakopdrachten die door de telefoon worden
ondersteund.
Als u uitgebreide spraakopdrachten voor het starten
van toepassingen of profielen wilt activeren, moet u de
toepassing
Spraakop.
en de bijbehorende map
Profielen
openen. Druk op
en selecteer
Instrum.
>
Spraakop.
>
Profielen
; de telefoon maakt spraaklabels voor de
toepassingen en profielen. Nu kunt u de uitgebreide
spraakopdrachten gebruiken door de opnametoets
ingedrukt te houden terwijl u een spraakopdracht zegt.
De spraakopdracht is de naam van de toepassing of het
profiel in de lijst.
Als u meer toepassingen aan de lijst wilt toevoegen,
selecteert u
Opties
>
Nieuwe toepassing
. Als u een
tweede spraakopdracht wilt toevoegen waarmee u de
toepassing kunt starten, gaat u ernaar toe, selecteert
u
Opties
>
Opdracht wijzigen
en voert u de nieuwe
spraakopdracht als tekst in. Vermijd hele korte namen,
afkortingen en acroniemen.
Als u de instellingen van spraakopdrachten wilt wijzigen,
selecteert u
Opties
>
Instellingen
. Als u de synthesizer
wilt uitschakelen die herkende spraaklabels en opdrachten
in de geselecteerde telefoontaal afspeelt, selecteert u
Synthesizer
>
Uit
. Als u het leren van spraakherkenning
opnieuw wilt instellen, bijvoorbeeld wanneer de
hoofdgebruiker van de telefoon is veranderd,
selecteert u
Aanpass. verwijderen
.

Instrumenten
132
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.